Deze ochtend was de wekker nog steeds een electronisch spul met een artificieel geluid, maar hij was minstens even vroeg als de gemiddelde Vlaamse haan van je buur. Met kleine oogjes snel de laatste spulletjes gepakt en dan met zijn allen in onze sexy lycra pakjes, de ene al wat liever dan de andere. De opwinding groeide als kool aan de ontbijttafel en nadat de menselijke behoefte allemaal voldaan waren, regende het pijpenstelen. Een glibberige afdaling van de Ilboru berg werd ons deel.


De stad is altijd vol leven, maar al bij al viel het nog mee om veilig door de stad te fietsen. Vanaf het sein gegeven werd dat ieder zijn eigen tempo kon fietsen ging dat tempo meteen als een raket de hoogte in. Net jonge veulens die losgelaten worden op jong lentegras. Wouter heb ik pas teruggezien bij de lunch, bleek dat Ingmar én Jip nog snellere benen richting eten hadden... Het was net tien uur gepasseerd en de eerste boterhammen zat al achter de kiezen, een halfuurtje later kon ik dat met mijn eigen ogen vaststellen. Enkele lokale masaai kinderen deelde in de vreugde van deze olijke bezoekers.


Na de lunch werden we nog getrakteerd op een grote groep zebra's, gnoes en struisvogels. Tijd om de banden eens te testen dachten twee dappere avonturiers en ze doorkruisten de savanne op jacht op de kuddes, de banden bleken wonderwel bestand tegen de doornen van de wildernis. 


Nu aan het kampvuur gezeten ziet het eruit alsof iedereen al terug kan blikken op een fantastische eerste dag. De kampplaats heeft alles waar dit avontuur voor staat! Slaapwel.